Sea Life 25 december 2018

 

Terwijl ik op de website van vubtoday.be over een pas gepubliceerd onderzoek van bioloog Andrea Ravignani, over de communicatie tussen zeehonden, gebogen zat, werd ik mij ineens bewust van het gevoel dat mijn lichaam als een wilg waarvan de takken over een rivier bogen, millimeter per millimeter, aan het scheefgroeien was. Alleen stroomde er geen rivier onder mij, maar slechts de nerven van een kersenhouten tafelblad.

Dit was een eigenaardige gewaarwording omdat ik altijd dacht heel soepel te zijn geweest, het werd tijd iets met mijn vreemde, vertakkende ledematen te ondernemen. Een duik, een overtocht langs het kanaal, een plons ergens tussen de koralen, voor ze volledig gebleekt en uitgedroogd waren. In plaats van aan een tafel van kersenhout, waar een zee van tijd zich voor mij uitstrekte, tussen de letters te zwemmen, en de nerven te tellen, kon ik evengoed naar de kust trekken en de nieuwste bevindingen die ik zonet in het artikel had gelezen aan de werkelijkheid toetsen.

Het onderzoek van Dr. Ravignani toonde aan dat vier weken oude zeehondenpups al een complex communicatiegedrag vertonen. Om de aandacht van de volwassen dieren te trekken maken ze namelijk om de beurt geluid, dit om elkaar tijdens hun roep niet te overlappen. Een beetje zoals mensen tijdens een gesprek om de beurt het woord nemen. De roep van de pups bleek ook afgestemd op het ritmische geluid van een andere soortgenoot. Dit leek een eenvoudige stelling, maar ‘het organiseren van geluiden in de tijd, op een interactieve manier met soortgenoten’ werd nooit eerder wetenschappelijk aangetoond. Uit het onderzoek bleek dat ‘de ritmische dimensie in de communicatie tussen de zeehonden even belangrijk, zo niet belangrijker was dan de toonhoogte of de aard van de voortgebrachte klank’.

In Pieterburen ten noorden van Groningen, waar Ravignani zijn onderzoek deed, bevond zich het grootste revalidatiecentrum voor zieke en verweesde zeehonden, ongeveer op vijf uur reistijd vanuit Antwerpen. Nu voelde ik mijzelf ook een beetje als een zeehond die de uitputting nabij was en dringend opvang zocht. Na enkele overwegingen van praktische aard, wendde ik mij tot Google maps, dat het opvangcentrum voor zeehonden in Blankenberge in kaart bracht, que reistijd drie uur dichterbij en nog net in één dag haalbaar. Sea Life bood eveneens een online korting van vijf euro aan. Ik nam de tijd niet om te lezen waaraan de bezoeker de korting te danken had, downloadde mijn treinticket, ontving een Happy Ticket, heen en terug naar de zee in ruil voor tien euro, en vertrok. Met het gemoed van die dag gelijk een natgeregende krant onder mijn arm, repte ik mij naar de trein, plofte neer en stapte twee uur later in het station van Blankenberge uit, benieuwd naar de communicatietools van een zeehondenkolonie.

Aan de kassa van Sea Life begreep ik dat de mij verleende korting niet seizoensgebonden was, maar verband hield met de omstandigheid dat er in het centrum tijdelijk geen zeehonden aanwezig waren. Hun verblijf, zo vertelde de kassajuffrouw, werd op dit moment gerenoveerd. Ze overhandigde mij een nieuw ticket waar ik vanaf april 2019 mee zou kunnen terugkeren. Ik stapte het opvangcentrum binnen en de enige zeehond die ik te zien kreeg was net op kerstdag aangespoeld. De verzwakte pup keek mij vanuit de verzorgingsbox zielig en ontheemd aan. Het diertje begreep natuurlijk niet dat het gered was en binnen enkele weken door de nobele strandjutters van Sea Life weer vrij zou worden gelaten. Ik probeerde wat geluiden te maken en tokkelde met mijn vingertoppen ritmisch op het glas. Zoals de studie van Ravignani had aangetoond zou de pup zijn roep op het ritme van dit geluid baseren, maar ik hoorde niets. De verzorgingsbox liet weinig of geen geluid door. Ik probeerde het wat harder. Oink Oink Oink. Toink toink toink. Het leek alsof ik een astma-aanval kreeg en de verzorger die over mijn schouder naar de pup kwam kijken vroeg geschrokken of ‘alles wel in orde was’. Ik schraapte mijn keel en zei dat er niets aan de hand was en besloot mijn pogingen om Ravignani’s bevindingen te toetsen even te staken. Ik verliet het opvangcentrum voor zeehonden en liep over het duinpad, dat verscholen tussen zeegrassen, duindoorns en vochtige duinvalleien lag, van Blankenberge naar Zeebrugge en terug.

Het strand was verlaten en lag bezaaid vol prachtige, perfect gevormde schelpen. De jodiumlucht was als een zuurstoffles, maar dan op het droge.

Tussen enige rotsen en de golfbreker vond ik hem, op een zandbank aangespoeld. Het leek of hij gewond was want hij bewoog niet. Voorzichtig hurkte ik naast hem neer en rolde hem zachtjes langs beide zijden om. Over gans zijn olieachtige witgrijze huid was geen schrammetje te zien. Ik hoorde een zwakke ademreflex en wreef hem over zijn kop. Hij sperde zijn zwarte bolle oogjes open en maakte een huilerig geluid. Misschien had hij honger, of leed hij aan zeemeerminnen-pijn. Had hij vanuit de diepte van de zee voor het eerst het zingen van de Sirenen gehoord en was hij door het onwerelds gezang, steeds dichter bij de kust genaderd en in zijn onachtzaamheid door een sterke stroming tegen de rotsen gegooid?

Of had hij nu al teveel plasticsoep gedronken en zat er een stuk onoplosbaar vissersnet van polytheen rond zijn maag? De pup bleef huilen. Ik probeerde hem gerust te stellen door zijn roep na te bootsten, en na enige tijd maakten we om de beurt hetzelfde soort geluid: Oink Oink Oink. Gelukkig was er niemand in de buurt. Hij lag op zijn buik te schommelen, maar raakte op eigen kracht niet van de zandbank af. Nergens was er aan de oppervlakte van het water een zeehondensnuit te bespeuren. Alleen zou hij het niet overleven. Ik tilde hem op, rolde mijn jas om hem heen en liep een enkele kilometers verder, langs de kuststrook van Zeebrugge naar Cadzand, tot ik uiteindelijk, na lang zoeken, een kleine kolonie zeehonden vond. Buiten adem, legde ik hem neer en duwde hem tegen de brekende golven, het water in. Zijn gladde, grijze lijfje werd weer één met de kalme Noordzee die hij op zijn rug tegemoet zwom. Hij zwaaide nog net niet. Oink Oink Oink. Een wonderlijk ritmisch geluid! Ik trok mijn jas terug aan en verdween in een olieachtige glans en met ogen zo waterachtig als ze nog nooit eerder geweest waren, alsof de zee er was doorheen gestroomd.

 

20181229_114252

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s