In de vooravond van 20 mei viel ik met mijn hoofd op het boek dat ik aan het lezen was in slaap en werd de volgende ochtend om kwart na vijf wakker met het beeld van een slang die uit een katoenen zak kroop. Het leek alsof ik maar enkele minuten had geslapen, maar toch was er een ganse nacht voorbij en kwam ineens de zon weer op. Waar die slang vandaan kwam begreep ik niet. Eerst was ik van afschuw vervuld maar besloot het dier met de vreemde voortglijdende platte kop te volgen om te zien waar het precies naartoe ging. Zolang ze haar gespleten tong in haar bek hield was er geen reden tot angst. Het leek me geen gevaarlijk dier, het zag er alleen eigenaardig uit, zo vroeg in de ochtend, maar minder afschuwwekkend dan een spin op dit uur zou geweest zijn. De slang kroop, met haar kop heen en weer schuivend, langs mijn neerliggende arm omhoog, zodat het geheel plots op een caduceus leek, waarvan de tweede slang die het symbool vormde ontbrak. Hermes, de god van de slaap en de dromen had mij door de aanraking met zijn gevleugelde staf laten inslapen en mij met één slang rond de arm weer gewekt. Ik vroeg me af waar het andere serpent naartoe was.

Met de slang rond mijn arm stond ik op, zette zoals iedere ochtend koffie, en bladerde verder door het boek van de metamorfosen dat mij de ganse nacht als hoofdkussen gediend had. Ik zocht naar de afbeelding waar ik iets over wilde schrijven, maar voelde dat het verhaal nog niet rijp was. Als bij een bas-reliëf zag ik de contouren van de vorm, maar het verhaal van Perseus en de Gorgonen zat nog vast in de steen en gaf zijn geheim niet prijs.

Had ik te lang naar Medusa gekeken, of net niet lang genoeg? Wie haar aankeek versteende, woorden verpulverden onder de beitel van haar blik. Perseus, uit een gouden regen geboren, hield haar afgehakt hoofd in zijn hand, aan zijn voeten lag haar lichaam tussen vleugels neergestort. Wat was het waar ik mij blind op staarde, een blikkerend schild in het oog van de zon? Pegasus vloog op uit het koraal van haar druppelend bloed.

De volgende nacht kroop er door de kier van een droom een andere, zwarte slang, op mij af, haar kaken waren opengesperd en in de bek blikkerden sikkelvormige giftanden. Dit moest de slang zijn die aan de gevleugelde staf had ontbroken, maar wat dichterbij kwam was een dodelijke beet. Ik rechtte mijn rug tegen het kussen, greep met één hand het naderend dier achter de kop, klemde met de andere hand de kaken dicht en draaide de zwarte slang in één beweging de kop om. Ik hoorde iets sissen en toen werd het stil. De andere slang die nog rond mijn arm lag gleed weg zoals ze gekomen was. In de tuin van de Hesperiden, onder de boom met de gouden appels, fonkelden de ogen van Medusa in een dichtgeknoopte zak.

575px-Rondanini_Medusa_Glyptothek_Munich_252_n2 2
(c) Rondanini Medusa Glyptothek Munich.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s