Met de handen onder de kin, doodmoe voor me uitkijkend, nog zoekend naar een antwoord dat niet wou komen, zag ik de foto van de Tibetaanse lama die op een dag sereen en gracieus mijn leven binnenwandelde, die er door een vroege dood weer uit verdween en die ik vandaag nog meer dan al andere dagen erg miste. Het was een dag waar ik op een kruispunt kwam waarvan ik niet wist welke afslag ik moest nemen, en uren rond de rotonde bleef rijden, als een gek. Vermoeid gleden mijn handen van het denkbeeldige stuur, mijn ogen van de foto naar de rug van het boek dat twee boekruggen verder dan de foto op de boekenkast stond en las de titel Turning Tides. En begreep dat ik niet meer verder moest zoeken want het antwoord naast de foto van de lama had gevonden, zoals ik ooit hem had gevonden, of hij mij, op weg naar de Sierra Madre.
In een oneindige en van stilte doortrilde leegte, liep hij heel alleen de witte berg op. We kruisten elkaar terwijl ik langs diepe afgronden, zonder de top te bereiken, terug naar beneden liep. ’Are you already leaving?’ Ik knikte, groette hem en keerde tien jaar later langs hetzelfde pad en de afgronden weer terug. Ik droeg een lichtgroene sweater met een tekening van een regenboog. Altijd al vreemde kleren aangehad. De lama bewoog zich door de tijdloze tijd en kwam mij in een kastanjekleurige pij en een saffraangeel mouwloos vestje in de droom die wij ons droomden tegemoet.
Het was nu vier jaar en twee maand geleden dat hij naar de hoogste top van de witte berg vertrok en niet was teruggekeerd. Van de Sierra Madre tot in alle uithoeken van Vejer de La Frontera heb ik naar hem gezocht. Ergens moest hij te vinden zijn maar ik wist niet waar. Ik zocht naar een stem want als hij zong kwamen zelfs de haren recht van het tapijt waar wij op zaten. Alles wat klank was moest hem zich herinneren.
De meimaand schreed naderbij als een bruidsmeisje met een sluier van witte bloemknoppen. Voortdrijvend op het verlangen naar ontroostbaarheid liep ik door de straten van Jerez. Voor mij wiebelde het beeld van een brokaten madonna onder een hemelsblauw baldakijn van klimrozen en door vier nobele schouders gedragen deinde zij plechtig tussen de menigte en opvliegende duiven voort.
Viva tu madre! Viva tu madre! Uit de stoet van heiligen scheurde zich doorheen de stilte van de nacht in een langgerekte schreeuw de stem van La Paquera de Jerez los. Zij verhief zich in de holte tussen mijn ribben als was het de binnenkant van een cajón. Haar stem explodeerde in een oerklank waar al haar pijn en schoonheid in samengebald zat, als een prop uit haar schoot en die mij in één klank met het ontstaan verbond – het ogenblik waar een moeder het leven schenkt. Die kreet hoorde ik uit de mond van La Paquera die nacht. Als de klank die iedere geboorte is, zich herhaalt maar dan als zuivere klank en zoals alle geboorten, overal ter wereld klinkt. Uit de betovering, ontroering, de begeestering en de stilte van een mens ontstaat. Een harteklop uit de donzige borst van een vogel, voor hij uit de bron van zijn klank ontspringt.
Ik verwijderde mij uit de stoet en ging tegen de warme muur van een huis staan. Overweldigd door een intens verdriet dat onzichtbaar was gebleven en met een geweldige kracht naar boven kwam, onder de gestage slagen van een verre smid.
De mens die zo dichtbij was, versmolt in mij. Iemand moest het wel voor mij uitschreeuwen. Viva tu madre! La Paquera de Jerez. Sierre Madre.
De witte berg. De kostbare en de smid.
Mei 2017
Lama Karta