De man die met de kersenbloesems sprak
Hij stond aan het Paleis van Justitie onder een van de Japanse kerselaars.
Als een natuurlijk tribunaal stonden daar de bomen voor hem, gelijk mensen in een rij. Zijn hoofd achterover gekanteld, de ogen achter de bril uitvergroot en smekend naar de roze kruin gericht. Zijn lippen bewogen als in een stille film, de armen opgeheven, twee takken tussen de takken in een schemerblauwe ochtendlucht. Declameerde hij een weeklacht of een gedicht. Was hij een rechter, beklaagde of zijn advocaat? Een dichter misschien. Hij sprak tot de bloesems zonder geluid, wat hij vertelde kon alleen een liplezer verstaan. Aan geen veroordeling of oordeel onderworpen hield hij voor de kerselaars zijn eenzaam betoog. De bloesems luisterden en bewogen zacht in het zuchten van de wind. Zonder weeklacht, alleen een trilling, amper geluid.
Stadspark
Op een bank in het stadspark zat een yogi, hij strooide broodkruimels en rijst in het rond. Yoho! Yoho! Yohooo! Galmend over de vijver werd zijn stem een rimpeling in het water.
Witte zwanen gleden onverstoorbaar voorbij. Yoho! Riep een jongen met een voetbal onder de arm van aan de overkant. Het ritmisch gekoer van een duif vloog klapwiekend op en waaierde open tegen een parelgrijze onweerslucht.
Twee roodborstjes pikten de overgebleven broodkruimels van de grond.
Zoo
In de vlindertuin strijken grote blauwe vlinders op de schouders
en de dromen van spelende kinderen neer.
Mandarijnen
Een mand vers geplukte Siciliaanse mandarijnen ~
de zonsopgang draagt de geur van een afwezig gelaat,
wat onaantastbaar is komt in het rood van pioenrozen
naderbij.
Korkorooo !
Eén dag uit het ei
Zal je ooit vrij zijn?
Vrijheid hoort je niet,
eens de schaal
opengebroken.
(Korkoro : vrijheid in het Romani)