Pension Roma,
169 Mohamed Farid ST.
Cairo, Egypt

Cara Signora Cressati,

Het is twee uur in de ochtend, ik lig uitgestrekt op een kingsize bed, mijn oor als een stethoscoop aan het kloppen van uw hart.

In een taxi op drie wielen, het vierde zo plat als een Egyptisch brood, rijden we in een roes van roekeloosheid door de hel van het Caireens verkeer. Van aan de luchthaven in Heliopolis banen eindeloze rijen auto’s zich onophoudelijk claxonnerend, naar alle richtingen een weg. Voetgangers en bromfietsen laveren er door heen.We zijn nog maar net het begin van de lange Azhar tunnel ingereden of de taxi valt stil. Woordloos blikt onze chauffeur in zijn achteruitkijkspiegel. Ik buig me licht voorover en vraag hem wat hij van plan is, de temperatuur in de auto bedraagt ongeveer 46°, het zweet stroomt langs mijn rug naar beneden. Hij hult zich in een nomadisch zwijgen en we stappen uit. Binnensmonds vervloek ik hem omdat hij ons voorstel de autoband onderweg te herstellen, vrolijk afwimpelde. God vervoert de mens ook op drie wielen, moet hij gedacht hebben. Als in de donkere tunnel de auto’s rakelings langs ons heen scheuren en het schril geluid van de claxons haast onze trommelvliezen scheurt, valt zelfs de laatste rede stil. We zetten onze handen op de bumper van de taxi en duwen uit alle macht. Een dodentocht van meer dan een uur. Bijna vergast, slaat aan het eind van de donkere tunnel de motor weer aan, als veren springen we in de Peugeot (bijoux car) en hobbelen alsof het vehikel werd opgeladen door de batterij van de zon, op drie wielen de Azhar tunnel uit. Een uur later komen we zonder bagage, want verloren gegaan op een transportband in Zurich, onder het vuil en het stof van de stad, in Pension Roma aan. Zoals altijd staat Mohammed ons met open armen aan de balie op te wachten. Welcome home.

Hier moet ik het schrijven onderbreken, uitstappen, aan de kant van de weg gaan staan en het onbedaarlijk snikken dat ineens in mij opkomt om wat nog wel bestaat maar er ook niet meer is, vrij te laten. Mijn vingers vormen blindelings woorden, toesten het leven af, het klavier waarop ik heb gespeeld. In het land waar het nooit regende en waar ik niet meer heen kan, beweegt de ruitenwisser van een taxi, het enige wat nog werkt, nu heftig heen en weer schuivend, voor het venster van mijn vlietende ziel.

Signora Cressati, nobele eigenares van het Italiaanse-Caireens pension, op koude avonden als deze, voor ik in de glorieuze kooi van de smeedijzeren lift stap, en opstijg naar het lapis lazuli van de hemel, denk ik aan u. Gehuld in gouden nevel, cirkelt een buizerd rond de stilte van de sfinx. Stralend voor het oog van Horus ontluikt de schoonheid van alle mysteriën, de geboorte van de zon. De buizerd zwenkt en duikt en daalt af, tot diep in de schachten van de piramiden van Chefren, en rijst weer op uit de schatkamer, als uit een heilig schrijn, verzengend van licht.

Precies vandaag herinnerde ik mij haarscherp, hoe je mij op de avond van ons eeuwig vertrek vroeg een brief voor je te schrijven, een schrijven waarin ik om een dringend herstel van je eer zou vragen. Een rondtrekkende hotelrecensent had in de toenmalige toeristenbijbel het Pension en jouw aanwezigheid botweg als „oubollig” omschreven en eigenlijk afgeschreven. Het had je diep gekrenkt. Ik had je gekrenktheid gehoord en beloofde eens ik terug thuis was, om een eerherstel te vragen. Je rekende op me en we spraken er verder niet meer over. De volgende dag vertrok ik met Kris in de rol van The English Patient en Mohsen Abd Al Moneam, gids van het Egyptisch godenrijk, voor een expeditie van enkele weken de woestijn in. De eindeloze stilte en de ophoping van zand in ons wezen, wiste dag na dag alle vragen uit. Onze geesten liepen leeg, als een lekke band, de goden vervoerden ons, wiegend op de rug van een kameel.

Nu Pharos’ zoeklicht zich op het opstuivend zand van mijn leven richt, hoor ik het jou opnieuw vragen. Wat gebeurde er met mijn eerherstel ? En in het schijnsel van de lamp, herleeft mijn wroeging over het eerherstel dat door de vergetelheid niet werd uitgevoerd. Ook al was ik van mening dat de toeristenbijbel, of wat er in mijn geheugen van overbleef, wat u en het pension betrof, nog minder dan een zandkorrel waarheid bevatte. Pension Roma was al zo lang een legende, het had geen aanbevelingen uit boeken nodig. Ik begreep toen niet waarom die misplaatste recensie je zo bezig hield. Ik meende dat de elegantie waarmee je alles tegemoet trad, ook daar boven uitsteeg. Doch met een ego onder het zand bedolven, schatte ik de diepte van de wonde niet juist in. Dit alles spijt me zeer. Ik had zo graag nog één keer thee met u gedronken, terwijl de geur van appeltabak boven het asfalt verdampt, voorgoed voorbij vliet, en ons Faraonisch wezen, als voor de eeuwigheid overvloedig parfumeert.

Grazie mille Signora Cressati.
Scrivimi Presto.
Daisy,

pensione-roma

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s