Het was zeven uur. Ik nam mijn jas en bracht snel wat mascara aan. In gedachten probeerde ik me voor te stellen hoe de avond zou verlopen. Na afloop van het optreden zouden we ongetwijfeld iets gaan drinken. Tegenover De Studio bevond zich Den Boer van Tienen, het stamcafé van Bruno, gelegen aan het Mechelseplein, in het hart van de stad. Ik zag mezelf er na een vermoedelijk feestelijke avond met het uitgelaten gezelschap binnenstappen, want waar anders zou je na een optreden in De Studio naartoe gaan?

Aan de tafel waar ik Bruno vorig jaar in juni voor het laatst had gezien, zou vanavond natuurlijk een onbekende persoon zitten, of nog erger, niemand. Onze laatste ontmoeting op het Mechelseplein was me lang bijgebleven. Ik had hem uitbundig begroet en zag dat hij om de een of andere reden rood aan liep. Dat had ik de voorbije dertig jaar nog nooit gezien, Bruno die rood werd in zijn gezicht.

Toen Marti en ik hem enkele maanden later in het ziekenhuis bezochten, werd het mij duidelijk: hij moet het toen al geweten hebben dat aan onze dagen op het plein van de wereld een einde was gekomen. Ogenschijnlijk, want telkens wanneer ik langs het plein fiets, zie ik Bruno daar zitten, La fin des certitudes van Ilya Prigogine bij de hand, de rook van zijn sigaret uitblazend, een koffie of een pintje, naargelang het tijdstip van de dag, filosoferend met een van zijn duizenden vrienden, elegant flirtend met het leven. De altijd nieuwsgierige en ondeugende blik op een ongekende, nog te schilderen verte gericht, het Warholwit haar. Zijn Cheshire Cat-glimlach zweeft me nu via een ander kanaal tegemoet.

Al die beelden gingen door mijn hoofd en terwijl ik verder in gedachten verzonk, besefte ik dat ik nergens kon gaan zitten, omdat er gewoonweg niet genoeg stoelen waren voor al het gemis dat ik die avond voelde. Uiteindelijk zou ik bij het verlaten van De Studio tegen het gezelschap moeten zeggen dat ik weg moest om een trein te halen. Ze zouden het terecht niet begrijpen want waar zou ik om middernacht nog heen gaan. Ik zocht mijn glazen muiltjes en bedacht dat je soms alleen nog het sprookje moet zien te redden, als de werkelijkheid verloren is gegaan. Tranen sprongen in mijn ogen, mijn mascara liep uit en ik keerde — nog niet eens vertrokken — met Bruno terug naar huis.

(Voor Bruno Sluydts, kunstschilder, 1956-2022)

LLS Paleis 2011 (Foto: Kris Vanhemelrijck)

Een gedachte over “Bruno

Plaats een reactie