Op vrijdag 14 september 1597 werd Josijne van Vlasselaer, geboren in Kampenhout en gehuwd met Aert van Beethoven, op de Grote Markt in Brussel tot de dood op de brandstapel veroordeeld. Deze ongelukkige vrouw, door haar buren beschuldigd van hekserij omdat ze haar tegen een kikker hadden zien praten, bleek een voorouder van Ludwig van Beethoven te zijn. Ik legde het boek waarin de geschiedenis van de vermeende heksen uitvoerig beschreven stond (Heksenprocessen in de Nederlanden) verbouwereerd opzij en luisterde van op het dakterras tussen de kamperfoelie, het kaasjeskruid en de jonge ginkgo-, amandel- en olijfbomen naar de kikker die op de parking van uitgeverij De Vries-Brouwers woonde en zonet één keer had gekwaakt. Luid en duidelijk. Kwaak!

Hij kwaakte nooit meer dan één keer en, met een interval van tien minuten, soms een tweede en een derde keer.

Daarna viel elk geluid op de parking stil zoals in het weekend altijd het geval is. De kikker wilde vermoedelijk laten horen dat hij er nog was. En ondanks het snoeien van de treurwilg en de populier in zijn buurt, het neerhalen van de decennia oude gevels en het stof dat iedere dag op ons neerdwarrelde alsof we in een bombardement terecht gekomen waren, was hij niet van plan een poot te verzetten van de plaats waar hij had post gevat, alsof hij net uit een onder het stof bedolven verhaal van een van de boeken uit het magazijn van de uitgever was ontsnapt.

Het magazijn stockeerde sinds de oprichting van de uitgeverij in 1946, duizenden boeken. Elke week zag ik Patrick, de magazijnier, nieuwe paletten vol boeken het magazijn binnen rijden en de ruimten puilde steeds verder uit. Kinderboeken, jeugdromans, proza, poëzie, geschiedenis, sprookjes, esoterie, kookboeken, filosofie, dier- en plantkunde, dieetboeken, psychologie, sport en spel, mythen en sagen, uitgever Isy De Vries: liet in zijn bestaan weinig onderwerpen ongemoeid.

Het magazijn liep van aan de parking in een L-vorm onder ons huis door en mondde langs een nauwe kruipgang, terug op de begane grond, aan de voorkant van de straat uit in een boekenantiquariaat. Het was onmogelijk in de lange gang nog ergens een lege vierkante meter te vinden. Op een herfstige avond van een onbekend jaar deed Isy De Vries om 18 uur het licht uit, liet de rolluiken naar beneden en trok de deur van het antiquariaat voorgoed achter zich dicht. Sindsdien was alles wat in het antiquariaat hing, stond of lag onaangeroerd gebleven. Zelfs het potlood waar hij die dag de prijs van een boek of iets anders mee had genoteerd, lag nog scherp geslepen op het blad van zijn bureau. Als een stilleven dat nog geschilderd moest worden en waarop, als kaftillustratie, alleen nog een kikker of een prins zou ontbreken.

Eenmaal in de buitenlucht, had de kikker zich buiten het blikveld van Isy De Vries en zijn personeel een nieuw leven aangemeten. Gans de lente en de zomer hield hij mij tijdens het schrijven gezelschap. En liet zich nu vanuit zijn grote ommuurde put, bij het opkomen van de halve maan in de heldere zomerhemel, nog één keer horen. Donker en droevig. Kwaak! Ik legde een afgevallen blad van de ginkgo als bladwijzer in mijn boek, opende de laptop, en zette onder het zachte schijnsel een lied op voor de kikker: Beethovens Piano Sonata No. 14 in C sharp minor Op. 27 No. 2.
De volgende ochtend zouden bulldozers en grijpkranen hem uit zijn traag barstende, paradijselijke put verdrijven.

 

(Heksenprocessen in de Nederlanden, Fernand Vanhemelryck,
Davidsfonds Leuven, 1982)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s