Je bereikte de einder van je gedachten
Als een schip, de verre horizon 

Je handen lagen stil naast je  lichaam, 
Zeesterren streelden je huid

De fuik waaruit niets nog kon ontglippen 
van wat al niet verloren was, stroomde leeg 
 
Zeepaardjes dreven af en aan, tussen 
het zeewier schitterde een verzonken Boeddha
Die ooit een mens van goud was geweest

Plaats een reactie