Ochtendlicht viel door de
blinden van de ramen,
ik had mijn schipperstrui
aangetrokken, wist nog niet
of ik uit ging varen.
De wind zat goed,
de zon zou gaan schijnen

Onverwacht vroeg, viel het licht
door de blinden van de ramen

Ze werden wakker in elkaars
droom. De zee kwam op, trok
zich terug.
Een bed spoelde aan op het
strand, onbeslapen

Het blauw van de hemel kwam
het duister tegemoet, je lichaam
loste op in het geluid van een
verre hoorn, iemand fluisterde,
een zeehond misschien

Zet koers, alle sterren verlichten
je vertrek vannacht.

Plaats een reactie