Het liefst droeg ze jurken in petroleumblauw, 
water pompte ze met lange, piepende halen uit de regenput 
naar boven omdat regenwater het zachtst was voor de haren. 
Een stuk zonlicht zeep om je huid en onderhemdjes mee 
schoon te boenen. Het laagje bijenwas glimmend op de boekenkast. 
Ontbijt in haar veranda. Geroosterd brood,  gezouten boter, 
fijn gemalen mokkabonen. In het midden van de tafel  
een bol kaas om het middelpunt van de dingen te bewaren.
De melkflessen en de appeloogst naast elkaar geschikt 
op houten planken in een naoorlogse voorraadkast. 
De geur van groentesoep in de keuken. 
Jarenlang de tafel voor drie gedekt. 
Haar siesta. Zo slapend keek ik tussen twee woorden 
naar haar gelaat tot ik het nooit meer zou vergeten. 
Thee voor twee met madeleinekoekjes, gemorste kruimels van geluk. 
Wist ik toen dat ik ze later bij Proust opnieuw zou tegenkomen. 
Ze schreef zich in mijn geheugen als de geur van aardbeienconfituur, 
zoete dampen opstijgend uit een koperen pot. 
En ‘s avond twee sneden brood met Hervekaas en Luikse siroop
een kannetje melk, gelijk in een schilderij van Vermeer. 
Om acht uur het journaal en een spaghettiwestern op Rijsel.
Tot Ennio Morricone was uitgespeeld, 
het stil en donker werd en op het scherm 
‘The end’ verscheen.

Ennio020-07-06 om 20.14.11

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s